"Tot op de dag van Jezus Christus"

 31 augustus 2025, Br. A. Haverkamp

Afspelen


Download
Audiobestand (MP3)  


In de preek aangehaalde bijbelteksten (Statenvertaling)

Filippenzen 1:1-11
1 Paulus en Timotheus, dienstknechten van Jezus Christus, al den heiligen in Christus Jezus, die te Filippi zijn, met de opzieners en diakenen: 2 Genade zij u en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. 3 Ik dank mijn God, zo dikwijls als ik uwer gedenk. 4 (Te allen tijd in al mijn gebed voor u allen met blijdschap het gebed doende) 5 Over uw gemeenschap aan het Evangelie, van den eersten dag af tot nu toe; 6 Vertrouwende ditzelve, dat Hij, Die in u een goed werk begonnen heeft, dat voleindigen zal tot op den dag van Jezus Christus; 7 Gelijk het bij mij recht is, dat ik van u allen dit gevoel, omdat ik in mijn hart houde, dat gij, beide in mijn banden, en in mijn verantwoording en bevestiging van het Evangelie, gij allen, zeg ik, mijner genade mede deelachtig zijt. 8 Want God is mijn Getuige, hoezeer ik begerig ben naar u allen, met innerlijke bewegingen van Jezus Christus. 9 En dit bid ik God, dat uw liefde nog meer en meer overvloedig worde in erkentenis en alle gevoelen; 10 Opdat gij beproeft de dingen, die daarvan verschillen, opdat gij oprecht zijt, en zonder aanstoot te geven, tot den dag van Christus; 11 Vervuld met vruchten der gerechtigheid, die door Jezus Christus zijn tot heerlijkheid en prijs van God. 


Filippenzen 1:27
27 Alleenlijk wandelt waardiglijk het Evangelie van Christus, opdat, hetzij ik kom en u zie, hetzij ik afwezig ben, ik van uw zaken moge horen, dat gij staat in een geest, met een gemoed gezamenlijk strijdende door het geloof des Evangelies; 


Filippenzen 3:17-20
17 Weest mede mijn navolgers, broeders, en merkt op degenen, die alzo wandelen, gelijk gij ons tot een voorbeeld hebt. 18 Want velen wandelen anders; van dewelken ik u dikmaals gezegd heb, en nu ook wenende zeg, dat zij vijanden des kruises van Christus zijn; 19 Welker einde is het verderf, welker God is de buik, en welker heerlijkheid is in hun schande, dewelken aardse dingen bedenken. 20 Maar onze wandel is in de hemelen, waaruit wij ook den Zaligmaker verwachten, namelijk den Heere Jezus Christus; 


1 Petrus 2:3-5
3 Indien gij anders gesmaakt hebt, dat de Heere goedertieren is. 4 Tot Welken komende, als tot een levenden Steen, van de mensen wel verworpen, maar bij God uitverkoren en dierbaar; 5 Zo wordt gij ook zelven, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterdom, om geestelijke offeranden op te offeren, die Gode aangenaam zijn door Jezus Christus.